Impressionisme, Expressionisme en Surrealisme
maandag 15 oktober en - met een weekje uitstel vanwege de herfstvakantie - 5 en 19 november 2018
Drie bij museumbezoekers zeer geliefde kunststromingen zijn geboren naast de nieuwe technologieën van fotografie en film. Het Expressionisme in een schilderijlijst is zelfs min of meer tegelijkertijd gekloond in de Duitse cinema van de jaren ’20, de artistiek baanbrekende tijd van de Weimarrepubliek. Ook Impressionisme en Surrealisme hebben hun sporen in de filmhistorie nagelaten.
Impressionisme - 15 oktober 2018
Een groepje Franse kunstenaars verzette zich tegen de starre regels van de academische schilderkunst èn tegen de vriendjespolitiek van de kunstpausen die het tentoonstellingsbeleid bij de officiële Salons vaststelden. Het krakeel liep zo hoog op dat keizer Napoleon III in 1863 met een eenmalige geste kwam, de Salon des Refusés. Maar de oude orde die gewend was aan een traditionele, realistische stijl en academische principes gaf zich niet zo snel gewonnen en dus organiseerden de ‘onafhankelijken’ in 1874 een eigen Salon. Een verbijsterde kunstcriticus beschreef hun schilderijen als ‘impressies’. “Het heeft kop noch staart, geen boven- of onderkant, geen voor- of achterkant.” Het scheldwoord werd een geuzennaam.
De Impressionisten hadden om zich heen een wereld ontdekt vol licht en kleur. Hun persoonlijke visie gaven ze vorm in spontane, bijna schetsmatige schilderijen: vooral landschappen, maar ook stadsbeelden en doorkijkjes van cafévertier en balletstudio’s. De kadrering van hun geschilderde ‘snapshots’ lijkt soms volkomen toevallig, wat de indruk van een enigszins bewogen, snel geschoten foto wekt. Het ging hen hoofdzakelijk om verschillende tinten in de lucht, schitteringen op het wateroppervlak, het grillige spel van reflecties, alles wat vluchtig is. Monet ging uiteindelijk zelfs series maken, over de rotsige kust bij Dieppe, een reeks over hooibergen of over populieren aan een rivieroever, of - nog innovatiever - over de gevel van de kathedraal van Rouen. Monets schilderijen kan je bekijken alsof het stills uit een film zijn.
Op die eerste Salon van de Impressionisten, georganiseerd door Pissarro, Monet, Renoir, Degas en Caillebotte, toonden 21 deelnemers 165 werken. De manifestatie vond plaats aan de Boulevard des Capucines in de oude studio van Nadar, de beroemde fotograaf. Het is een aardig toeval dat Auguste en Louis Lumière 21 jaar later de eerste voorstelling van hun uitvinding, de Cinématographe, voor een betalend publiek hielden in een zaaltje van een café aan de Boulevard des Capucines.

Op de achtste en laatste Salon van de avant-gardisten in 1886 exposeerden slechts 17 kunstenaars met 183 werken. De groep viel uiteen, maar hun zienswijze was in bredere kringen geaccepteerd geraakt. Min of meer wel te verstaan, want toen Caillebotte zijn imposante collectie impressionisten na zijn dood in 1894 naliet aan de Franse staat - voor het nieuw opgerichte Musée du Luxembourg voor eigentijdse kunst - ontstond opnieuw een heftige polemiek. Bizar genoeg werd de helft van de schilderijen van Monet en Pissarro geweigerd, en van Cézanne werden alle schilderijen naar de erfgenamen teruggestuurd.
In die twee decennia waarin de fotografie volwassen werd en de film zich klaarmaakte voor zijn zegetocht had zich de glorietijd van de Impressionisten voltrokken. Hun erfenis werd later ook zichtbaar in de filmgeschiedenis.
Na WO I bekeerde de ingestorte filmindustrie in Frankrijk zich tot een ander model dan wat de nu dominant geworden Amerikaanse film propageerde. De centrale figuur in het Franse Impressionisme (1920-1930) was Louis Delluc. Deze schrijver werd de grondlegger van de esthetische filmkritiek, de cineclubs en de cinefilie. Zijn theorieën zouden uiteindelijk leiden tot de ‘visuele symphonie’ en zelfs ‘pure, abstracte beeldgedichten’. Jonge filmmakers als Abel Gance, Louis Delluc, Germaine Dulac, Marcel L’Herbier en Jean Epstein wilden verhalen en gevoelens op louter filmische manier tot uiting brengen. De cinema moest geen commercieel bedrijf zijn, maar een kunst die vergelijkbaar was met poëzie, schilderkunst en muziek. Hun visuele stijl was dan ook totaal anders dan de klassiek-literaire, dramatische cinema. Hun films steunden op camera-effecten als eigenzinnige kadrering, een subjectieve en zeer beweeglijke camera en vele close-ups, en montagetechnieken als een ritmische, snelle editing en dubbeldrukken. Het Duitse Expressionisme, dat in diezelfde tijd bloeide, had juist een voorkeur voor excessieve belichting en vervreemdende decors.

Alle nieuwlichterij raakt op een gegeven moment sleets. Er moeten andere methodes en nieuwe wegen gevonden worden om de toeschouwers te verrassen en te raken. In 1927 zei Epstein al, "Original devices such as rapid montage or the tracking or panning camera are now vulgarized. They are old hat, and it is necessary to eliminate visibly obvious style in order to create a simple film.” En zo heeft het Impressionisme in latere decennia zijn sporen nagelaten in het oeuvre van cineasten als Henri-Georges Clouzot, Andrej Tarkovski, Bela Tarr, Yasujiro Ozu en Kaneto Shindo.
Praktisch
Maandag 15 oktober 2018
Locatie: Film Atelier Den Haag, Herenstraat 8, tel. 070 - 780 16 57
Deur open 19.30 uur, aanvang lezing 19.45 uur. Verwacht einde rond 21.45 uur.
Er is plek voor maximaal 15 personen. Toegang per keer € 8,50 p.p. inclusief kopje koffie of thee en wat lekkers voor erbij. In verband met de planning graag even een email van tevoren om te laten weten dat u van plan bent te komen.

Het is de tijd van het jaar om terug te blikken. Middels de televisie worden wij overspoeld met jaaroverzichten. Maar hoe betrouwbaar zijn die nu het nieuws beheerst lijkt te worden door het fenomeen nepnieuws? Super B neemt het zekere voor het onzekere en presenteert een bloemlezing uit bioscoopjournaals zoals die vanaf 1922 voorafgingen aan de hoofdfilm of doorlopend werden vertoond volgens de zogeheten cineacformule.
Impressionisme, Expressionisme en Surrealisme
Impressionisme, Expressionisme en Surrealisme
Op maandagavond 17 september 2018 staat de Haagse filmgeschiedenis centraal tijdens een lezing door Erik Daams. Tijdens een avondje dwalen door de Haagse filmhistorie kom je veel tegen.

Al dan niet op uitnodiging van een Haagse bioscoop hebben in de loop der jaren vele filmsterren Den Haag bezocht. Soms op doorreis door Europa of Nederland, soms heel gericht naar Den Haag. Sommige sterren stralen nog, andere zijn intussen uitgedoofd, maar daarom niet minder de moeite waard. Tijdens deze lezing staan de visites aan de Hofstad van Emil Jannings, Liane Haid, Danny Kaye, Audrey Hepburn en Jeanne Moreau centraal.
Lezing door Erik Daams over de hemelse muziek van het Weense wonderkind Erich Wolfgang Korngold en zijn plek in de filmgeschiedenis. Hij schreef zijn eerste cantate toen hij 9 jaar oud was en Gustav Mahler was daar zo enthousiast over dat hij hem "de nieuwe Mozart" noemde. Min of meer bij toeval belandde Korngold net voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak in Hollywood waar hij uiteindelijk scores voor een twintigtal speelfilms zou schrijven en daar twee Oscars mee zou winnen.
Op maandagavond 30 april staat weer een stukje Haagse filmgeschiedenis centraal in het Filmatelier aan de Herenstraat. Elisa Mutsaers vertelt dan het verhaal van de filmfigurantenkaartenbak uit 1945 van het Haagse filmbedrijf MAZ. Natuurlijk met veel beeldmateriaal en behalve over de eigenaren Alfred Mazure en Piet van der Ham gaat het verhaal ook over de mensen ín de kaartenbak.
Maandelijks nodigt het Haags Gemeentearchief een spreker uit om iets te vertellen over een Haags historisch onderwerp. Aangezien 'film' het thema voor de maand november is, zal Elisa Mutsaers van het Filmatelier de filmfigurantenkaartenbak van het Haagse MAZ-film uit 1945 presenteren op donderdag 13 november van 17.30 - 18.30. Daarnaast is er de week erna, op 20 november, een workshop getiteld 'Film & Theater in het Haags Gemeentearchief'.
Ook dit jaar doet het Filmatelier weer mee aan de Dag van de Haagse Geschiedenis die op zaterdag 29 maart op en rond het Plein gehouden wordt. Het thema van de dag is Aanvallen & Verdedigen, een thema dat prima toepasbaar is op het filmconserveringswerk dat in het Filmatelier verricht wordt.
Voor iedereen die óf van films óf van auto's óf van allebei houdt: op 24 januari, 28 februari en 28 maart is het auto's en filmsprogramma weer terug in het Louwmanmuseun. De middag bestaat uit een informele lezing door het Filmatelier in combinatie met een rondleiding door het museum, belicht de filmische kant van het museum en zet die auto's die met film te maken hebben in de schijnwerpers. Voor museumjaarkaarthouders geldt de speciale prijs van € 15,00.
Op woensdagavond 7 november neemt Elisa Mutsaers van het Filmatelier de bezoekers van het Mee in Zee Atelier mee op een filmische rondgang door Den Haag. Tijdens een informele lezing met een lekker hapje en drankje zullen verhalen en beelden van o.a. de bioscopen Metropole en West-End voorbij komen en zal worden stilgestaan bij het filmbedrijf van Otto van Nijenhoff.
De kranten staan er al weer een tijdje vol mee en op radio en televisie volgt het ene interview met onheilsuitspraken het andere op: we zitten in een crisis - Nederland, Europa en een groot deel van de rest van de wereld. Vergelijkingen met de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw worden regelmatig gemaakt. In Film Atelier Den Haag was op dinsdag 21 en 28 februari een tweeluik over Hollywood in de crisisjaren van de vorige eeuw te volgen.
De liefde voor en kennis van film en geschiedenis vormen de rode draad die alle werkzaamheden binnen Film Atelier Den Haag verbindt.

