Op maandagavond 1 oktober staan blonde actrices uit de zwijgende tijd centraal in een lezing door Erik Daams. “Blondes have more fun” en “dom blondje”; tussen die uitersten beweegt zich de waardering voor actrices en filmsterren die al dan niet van nature blond zijn. Anita Loos publiceerde in 1924 Gentlemen prefer blondes, zogenaamd het dagboek van Lorelei Lee, een goedhartige gold digger uit Little Rock, Arkansas. Binnen een mum werd het een internationale hit; onder de fans waren James Joyce en Benito Mussolini.
Het hoogtij van de blonde actrice ligt tussen Jean Harlow en Marilyn Monroe. Op 18-jarige leeftijd, in 1929, belandde Harlow aan de top van de (film)geschiedenis, als Platinum Blonde vamp. Haar tweede film kreeg zelfs haar haarkleur als titel. Na zes jaar wekelijkse peroxidespoelingen was Harlows haar zo dun en breekbaar geworden dat hele plukken spontaan van haar hoofd vielen. “I’ve always hated my hear, not only because it limited me as an actress, but because it limited me as a person. It made me look hard and spectaculair; I had to live up to that platinum quality.” Niettemin, wilde je in Hollywood een filmster zijn, dan moest je nu blond zijn. Brunette Mae West verfde haar lokken goudblond, en aan het eind van haar carrière weigerde zij te erkennen dat zij ooit niet blond was geweest.
Rossig blond is ook mooi, bewees Marlene Dietrich. Zij had de titelrol in Blonde Venus (1932), maar het affiche van die Von Sternberg-productie toont haar met een breed uitstaand, hoogblond kapsel. In de jaren ’40 was Betty Grable de bestbetaalde vrouw in de USA, en de meest populaire pin-up girl bij de Amerikaanse troepen tijdens WO II. Tijdens die periode veranderde de fascinatie voor platina blond dan ook naar goudblond. En dus was Veronica Lake een instant ster, zeker toen zij haar rechteroog verstopte achter een weelderige lok - de Peek-a-Boo Look. Vlak ook de invloed van Grace Kelly, de blonde ‘Ice Princess’, niet uit. Een topregisseur als Hitchcock was sowieso, op het morbide af, verslingerd aan blonde actrices, getuige Kim Novak en Tippi Hedren. Het tijdperk van de superblondines werd afgesloten met Jayne Mansfield en Marilyn Monroe. Al in 1946 had Monroe haar eerste screentest gedaan, maar zij kreeg pas filmrolletjes toen zij haar natuurlijke bruine kleur door Harlows kapster liet veranderen in platina blond. In 1953 verdiende zij weliswaar een stuk minder dan Jane Russell, haar donkerharige tegenspeelster in Gentlemen prefer blondes. Op de kritiek kan zij niet zo goed kon acteren reageerde Monroe wel trots, “Well, whatever I am, I am the blonde.”
Al die beroemde filmsterren - waarbij we de mannen maar eventjes overslaan - konden profiteren van een reeksje trendsetters in de jaren ’20. Dit was de tijd van de ‘flapper’, jonge, zelfbewuste vrouwen die bijna allemaal blond of hyperblond waren. De allereerste Oscar voor Beste Actrice werd in 1929 uitgereikt aan Janet Gaynor, en dit was zeker niet uitsluitend te danken aan de hoogblonde pruik die zij in Sunrise, a song of two humans had moeten dragen. Deze film van F.W. Murnau wordt nu nog steeds als een topklassieker beschouwd. Maatschappelijke veranderingen en de fundamentele wijziging in het modebeeld zijn goed te zien in de zwijgende films van de jaren ’20. De namen van die actrices zijn tegenwoordig minder bekend, maar na deze maandagavond zijn een tiental actrices - van Marion Davies, Olive Thomas, Alice Terry tot Vilma Banky - toch weer iets bekender!
Al bij de oude Grieken en Romeinen gold blond als een benijdenswaardige haarkleur. Ondanks allerlei kleurmiddeltjes moesten adellijke dames èn heren vaak hun toevlucht nemen tot pruiken. Bizar genoeg waren prostituées in Rome verplicht om hun beroep voor iedereen zichtbaar te ‘adverteren’ met een blonde pruik. De fascinatie met blond zakte behoorlijk weg, totdat de Renaissance het weer op de kaart zette: Botticelli portretteerde rond 1482 Venus op een schelp, slechts gekleed in lange, goudblonde strengen.
In 1911 herdoopte de Franse chemicus Eugène Schueller zijn Société française des Teintures Inoffensives pour Cheveux tot L’Oreal, dat vervolgens tot ’s wereld marktleider zou uitgroeien. Een eeuw eerder had een Duitse scheikundige het effect van waterstofperoxide uitgevonden. Dit was echter een zeer agressief stofje. Vanaf 1950 was er een veilige manier beschikbaar om je haar te blonderen - en dit werd dan ook op massale schaal gedaan.
Praktisch
Maandag 1 oktober 2018
Locatie: Film Atelier Den Haag, Herenstraat 8, tel. 070 - 780 16 57
Deur open 19.30 uur, aanvang lezing 19.45 uur. Verwacht einde rond 21.45 uur.
Er is plek voor maximaal 15 personen. Toegang € 8,50 p.p. inclusief kopje koffie of thee en wat lekkers voor erbij. In verband met de planning graag even een email van tevoren om te laten weten dat u van plan bent te komen.

Het is de tijd van het jaar om terug te blikken. Middels de televisie worden wij overspoeld met jaaroverzichten. Maar hoe betrouwbaar zijn die nu het nieuws beheerst lijkt te worden door het fenomeen nepnieuws? Super B neemt het zekere voor het onzekere en presenteert een bloemlezing uit bioscoopjournaals zoals die vanaf 1922 voorafgingen aan de hoofdfilm of doorlopend werden vertoond volgens de zogeheten cineacformule.
Impressionisme, Expressionisme en Surrealisme
Impressionisme, Expressionisme en Surrealisme

Op maandagavond 17 september 2018 staat de Haagse filmgeschiedenis centraal tijdens een lezing door Erik Daams. Tijdens een avondje dwalen door de Haagse filmhistorie kom je veel tegen.
Al dan niet op uitnodiging van een Haagse bioscoop hebben in de loop der jaren vele filmsterren Den Haag bezocht. Soms op doorreis door Europa of Nederland, soms heel gericht naar Den Haag. Sommige sterren stralen nog, andere zijn intussen uitgedoofd, maar daarom niet minder de moeite waard. Tijdens deze lezing staan de visites aan de Hofstad van Emil Jannings, Liane Haid, Danny Kaye, Audrey Hepburn en Jeanne Moreau centraal.
Lezing door Erik Daams over de hemelse muziek van het Weense wonderkind Erich Wolfgang Korngold en zijn plek in de filmgeschiedenis. Hij schreef zijn eerste cantate toen hij 9 jaar oud was en Gustav Mahler was daar zo enthousiast over dat hij hem "de nieuwe Mozart" noemde. Min of meer bij toeval belandde Korngold net voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak in Hollywood waar hij uiteindelijk scores voor een twintigtal speelfilms zou schrijven en daar twee Oscars mee zou winnen.
Op maandagavond 30 april staat weer een stukje Haagse filmgeschiedenis centraal in het Filmatelier aan de Herenstraat. Elisa Mutsaers vertelt dan het verhaal van de filmfigurantenkaartenbak uit 1945 van het Haagse filmbedrijf MAZ. Natuurlijk met veel beeldmateriaal en behalve over de eigenaren Alfred Mazure en Piet van der Ham gaat het verhaal ook over de mensen ín de kaartenbak.
Maandelijks nodigt het Haags Gemeentearchief een spreker uit om iets te vertellen over een Haags historisch onderwerp. Aangezien 'film' het thema voor de maand november is, zal Elisa Mutsaers van het Filmatelier de filmfigurantenkaartenbak van het Haagse MAZ-film uit 1945 presenteren op donderdag 13 november van 17.30 - 18.30. Daarnaast is er de week erna, op 20 november, een workshop getiteld 'Film & Theater in het Haags Gemeentearchief'.
Ook dit jaar doet het Filmatelier weer mee aan de Dag van de Haagse Geschiedenis die op zaterdag 29 maart op en rond het Plein gehouden wordt. Het thema van de dag is Aanvallen & Verdedigen, een thema dat prima toepasbaar is op het filmconserveringswerk dat in het Filmatelier verricht wordt.
Voor iedereen die óf van films óf van auto's óf van allebei houdt: op 24 januari, 28 februari en 28 maart is het auto's en filmsprogramma weer terug in het Louwmanmuseun. De middag bestaat uit een informele lezing door het Filmatelier in combinatie met een rondleiding door het museum, belicht de filmische kant van het museum en zet die auto's die met film te maken hebben in de schijnwerpers. Voor museumjaarkaarthouders geldt de speciale prijs van € 15,00.
Op woensdagavond 7 november neemt Elisa Mutsaers van het Filmatelier de bezoekers van het Mee in Zee Atelier mee op een filmische rondgang door Den Haag. Tijdens een informele lezing met een lekker hapje en drankje zullen verhalen en beelden van o.a. de bioscopen Metropole en West-End voorbij komen en zal worden stilgestaan bij het filmbedrijf van Otto van Nijenhoff.
De kranten staan er al weer een tijdje vol mee en op radio en televisie volgt het ene interview met onheilsuitspraken het andere op: we zitten in een crisis - Nederland, Europa en een groot deel van de rest van de wereld. Vergelijkingen met de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw worden regelmatig gemaakt. In Film Atelier Den Haag was op dinsdag 21 en 28 februari een tweeluik over Hollywood in de crisisjaren van de vorige eeuw te volgen.
De liefde voor en kennis van film en geschiedenis vormen de rode draad die alle werkzaamheden binnen Film Atelier Den Haag verbindt.

