Op maandagavond 17 september 2018 staat de Haagse filmgeschiedenis centraal tijdens een lezing door Erik Daams. Tijdens een avondje dwalen door de Haagse filmhistorie kom je veel tegen. Hagenaars konden zich al zes maanden na de ‘première’ in Parijs vergapen aan de vroegste filmpjes van de gebroeders Lumière. Willy Mullens zorgde voor de opwaardering van reizend kermisvermaak naar gespecialiseerde theaters: in 1910 opende hij de Haagsche Bioscoop in de Boekhorststraat. En in 1914 richtte hij de ’s-Gravenhaagse Filmfabriek - later Haghe Film - op, dat opdrachtfilms maar ook filmjournalen produceerde. Het voorbeeld van Mullens werd geïmiteerd door Loet C. Barnstijn, die een bioscoopketen, distributiefirma’s en zelfs een studiocomplex uit de grond stampte. Barnstijns Filmstad diende tijdens WO II als opslag van V-2’s, zodat de geallieerden het kapot bombardeerden.
Na WO II bloeide de Haagse ‘bioscopie’, totdat de opkomst van de televisie roet in het eten gooide. Rond 1975 verdwenen alle aparte bioscopen successievelijk weer, maar enkele multiplexen èn een alternatief circuit voor ‘kunstzinnige’ films namen de fakkel over. De Filmliga, het Filmcentrum, het Kijkhuis en het Filmhuis vormden een broodnodige aanvulling op de ‘main stream cinema’. En in de jaren ’80 was er nog enige tijd een ander Filmstad actief.
De stelling ‘Den Haag Filmstad’ doet misschien wat opschepperig aan (zeker als je dit vergelijkt met buitenlandse concurrenten als Hollywood, Bombay of Cinecittà), maar er zijn verschillende redenen om er toch enig geloof aan te hechten. Den Haag heeft zich al vroeg en enthousiast overgegeven aan het medium dat de twintigste eeuw zou kleuren.
In het Palais de Dance, in een zijvleugel van het Kurhaus, zat jarenlang een gevelsteen gemetseld, met de tekst “In dit gebouw werd op 9 juni 1896 het eerste bioscooptheater in ons land (Cinématographe Lumière) geopend”. Precies 60 jaar later werd die steen onthuld, onder applaus van een gewichtig gezelschap. Al snel kwamen er protesten in den lande: Leeuwarden claimde eerdere voorstellingen in een kermistent en Amsterdam kon aantonen dat dezelfde Lumière-filmpjes al drie maanden eerder waren geprojecteerd in een pand aan de Kalverstraat.

Veel van de Haagse glorie als ‘Filmstad bij uitstek’ is te danken aan de gebroeders Willy en Albert Mullens. Vanuit hun woonplaats Breda reisden ze met de kinematograaf kermissen af. Hun optreden in de Haagsche Kunstkring had in 1904 zoveel succes dat hun verblijf met ruim een week geprolongeerd moest worden. Het werd een vaste Kersttraditie! In 1910 vestigde Willy Mullens zich in Den Haag en startte hij met de exploitatie van de Haagsche Bioscoop, in het hart van de Haagse uitgaansbuurt. Vier jaar later richtte Mullens de ’s-Gravenhaagse Filmfabriek - later Haghe Film - op, dat snel een reputatie kreeg als het grootste filmproductiebedrijf van Nederland. Het produceerde opdrachtfilms voor diverse instanties, met een specialisatie in zogenaamde stedenfilms, maar maakte ook geregeld filmjournalen. Met die laatste activiteit legde Mullens het echter af tegen de concurrentie van Polygoon.
Dit voorbeeld van vertoning en productie in één hand werd nagevolgd door Loet C. Barnstijn. Na een profijtelijke carrière in de textiel gooide hij het roer om. Hij verbouwde panden tot een luxueuze bioscoop, nam theaters van andere exploitanten over, begon een distributiefirma en experimenteerde met de geluidsfilm. Hij wist Philips te interesseren voor zijn Loetafoon - een synchroon gekoppeld systeem met grammofoonplaten - maar profijtelijker bleek een rol als Nederlandse alleenvertegenwoordiger voor de Amerikaanse maatschappij United Artists. Hij verdiende zoveel geld dat hij het waagstuk aandurfde om een studiocomplex te bouwen op de grens van Den Haag en Wassenaar. Zijn Filmstad lag na WO II in puin.
De ruim honderd Haagse bioscopen komen aan bod in een lange, alfabetisch opgezette reeks die Elisa Mutsaers van het Filmatelier al begonnen is. Mede vanwege de opkomst van de televisie verdwenen al die bioscopen weer, door sloop of verbouwd tot supermarkt. Naast de bioscopen van de NBB heeft er altijd een alternatief circuit voor ‘kunstzinnige’ films bestaan. De Filmliga, het Filmcentrum (in 1954 opgericht door zeven lokale filmcritici, onder wie Piet van der Ham, Piet Ruivenkamp en Otto Milo, en in 1981 opgeheven na talloze vaste dinsdagavonden in aanvankelijk de aula van het Gemeentemuseum en daarna Studio 2000), het Kijkhuis (vanaf 1975 aan het Noordeinde) en het Filmhuis (sinds 1981 in een art nouveau-pand aan de Denneweg en vanaf 1992 in nieuwbouw aan het Spui) vormden een broodnodige aanvulling op de ‘main stream cinema’.

De naam Filmstad keerde veel later voor een korte periode terug, toen een groepje filmmakers uit de ‘school’ van de Vrije Academie alias Psychopolis voorstellingen van hun eigen films èn van geestverwanten ging organiseren. De bijeenkomsten op de 22ste van de maand zijn legendarisch geworden, zeker toen ze uiteindelijk onderdak hadden gevonden in de Kapel van het Paard van Troje. Het initiatief van Gerard Holthuis, Nico Bunnik, Pieter Moleveld en anderen heeft helaas de verbouwing van het Paard niet overleefd.
De filmliefde in Den Haag bestaat nog steeds. Uit een recent foldertje: “The city opens her doors for international film producties. The Film Commissioner of The Hague facilitates you with the best possible service throughout the entire production process. … shoot in The Hague!’
Praktisch
Maandag 17 september 2018
Locatie: Film Atelier Den Haag, Herenstraat 8, tel. 070 - 780 16 57
Deur open 19.30 uur, aanvang lezing 19.45 uur. Verwacht einde rond 21.45 uur.
Er is plek voor maximaal 15 personen. Toegang per keer € 8,50 p.p. inclusief kopje koffie of thee en wat lekkers voor erbij. In verband met de planning graag even een email van tevoren om te laten weten dat u van plan bent te komen.

Het is de tijd van het jaar om terug te blikken. Middels de televisie worden wij overspoeld met jaaroverzichten. Maar hoe betrouwbaar zijn die nu het nieuws beheerst lijkt te worden door het fenomeen nepnieuws? Super B neemt het zekere voor het onzekere en presenteert een bloemlezing uit bioscoopjournaals zoals die vanaf 1922 voorafgingen aan de hoofdfilm of doorlopend werden vertoond volgens de zogeheten cineacformule.
Impressionisme, Expressionisme en Surrealisme
Impressionisme, Expressionisme en Surrealisme



Al dan niet op uitnodiging van een Haagse bioscoop hebben in de loop der jaren vele filmsterren Den Haag bezocht. Soms op doorreis door Europa of Nederland, soms heel gericht naar Den Haag. Sommige sterren stralen nog, andere zijn intussen uitgedoofd, maar daarom niet minder de moeite waard. Tijdens deze lezing staan de visites aan de Hofstad van Emil Jannings, Liane Haid, Danny Kaye, Audrey Hepburn en Jeanne Moreau centraal.
Lezing door Erik Daams over de hemelse muziek van het Weense wonderkind Erich Wolfgang Korngold en zijn plek in de filmgeschiedenis. Hij schreef zijn eerste cantate toen hij 9 jaar oud was en Gustav Mahler was daar zo enthousiast over dat hij hem "de nieuwe Mozart" noemde. Min of meer bij toeval belandde Korngold net voor de Tweede Wereldoorlog uitbrak in Hollywood waar hij uiteindelijk scores voor een twintigtal speelfilms zou schrijven en daar twee Oscars mee zou winnen.
Op maandagavond 30 april staat weer een stukje Haagse filmgeschiedenis centraal in het Filmatelier aan de Herenstraat. Elisa Mutsaers vertelt dan het verhaal van de filmfigurantenkaartenbak uit 1945 van het Haagse filmbedrijf MAZ. Natuurlijk met veel beeldmateriaal en behalve over de eigenaren Alfred Mazure en Piet van der Ham gaat het verhaal ook over de mensen ín de kaartenbak.
Maandelijks nodigt het Haags Gemeentearchief een spreker uit om iets te vertellen over een Haags historisch onderwerp. Aangezien 'film' het thema voor de maand november is, zal Elisa Mutsaers van het Filmatelier de filmfigurantenkaartenbak van het Haagse MAZ-film uit 1945 presenteren op donderdag 13 november van 17.30 - 18.30. Daarnaast is er de week erna, op 20 november, een workshop getiteld 'Film & Theater in het Haags Gemeentearchief'.
Ook dit jaar doet het Filmatelier weer mee aan de Dag van de Haagse Geschiedenis die op zaterdag 29 maart op en rond het Plein gehouden wordt. Het thema van de dag is Aanvallen & Verdedigen, een thema dat prima toepasbaar is op het filmconserveringswerk dat in het Filmatelier verricht wordt.
Voor iedereen die óf van films óf van auto's óf van allebei houdt: op 24 januari, 28 februari en 28 maart is het auto's en filmsprogramma weer terug in het Louwmanmuseun. De middag bestaat uit een informele lezing door het Filmatelier in combinatie met een rondleiding door het museum, belicht de filmische kant van het museum en zet die auto's die met film te maken hebben in de schijnwerpers. Voor museumjaarkaarthouders geldt de speciale prijs van € 15,00.
Op woensdagavond 7 november neemt Elisa Mutsaers van het Filmatelier de bezoekers van het Mee in Zee Atelier mee op een filmische rondgang door Den Haag. Tijdens een informele lezing met een lekker hapje en drankje zullen verhalen en beelden van o.a. de bioscopen Metropole en West-End voorbij komen en zal worden stilgestaan bij het filmbedrijf van Otto van Nijenhoff.
De kranten staan er al weer een tijdje vol mee en op radio en televisie volgt het ene interview met onheilsuitspraken het andere op: we zitten in een crisis - Nederland, Europa en een groot deel van de rest van de wereld. Vergelijkingen met de crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw worden regelmatig gemaakt. In Film Atelier Den Haag was op dinsdag 21 en 28 februari een tweeluik over Hollywood in de crisisjaren van de vorige eeuw te volgen.
De liefde voor en kennis van film en geschiedenis vormen de rode draad die alle werkzaamheden binnen Film Atelier Den Haag verbindt.

