Een sigaretje roken tijdens het kijken naar de film, het kon nog in 1932. Maar meer opvallend dan de sigaretten die twee van de drie geportretteerde heren tussen hun vingers hebben, vallen de koptelefoons op die ze alle drie dragen. Het was een noviteit in filmschouwburg West End, geopend op 29 oktober 1931. Rond die tijd had de geluidsfilm in de meeste bioscopen zijn intrede gedaan. In Amerika, maar ook in Nederland. Al Jolson’s Jazz Singer was in 1927 de eerste film met synchroon gesproken geluid geweest die in Amerika in de bioscopen werd vertoond, al waren het toen maar zes woorden die Jolson sprak: You ain’t heard nothing yet.
Wereldwijd streden verschillende systemen om de nieuwe standaard te worden, zelfs Philips en Loet C. Barnstijn deden mee in de strijd en waren er korte tijd van overtuigd dat hun Loetafoon als winnaar uit de bus zou komen. Het mocht niet zo zijn, de optische geluidsstrip, boven het om die reden iets verkleinde beeld, op de film zelf werd het systeem dat wereldwijd werd ingevoerd. West End bestond nog niet in de tijd van de zwijgende films en kon daarmee bij de bouw als modern geluidsfilm-theater worden ingericht met een geluidsinstallatie van Klang-Film, toen het nieuwste van het nieuwste. Daarbij werd ook aan de slechthorenden onder het publiek gedacht: op acht plaatsen op het balkon konden koptelefoons eenvoudig in het stopcontact worden aangesloten, en konden ook zij van de vertoonde films genieten. Of de drie heren op de foto daadwerkelijk hardhorend waren of dat zij slechts gevraagd zijn om te poseren voor de foto is niet bekend, maar feit is wel dat de installatie als zeer vooruitstrevend en modern werd ervaren.
Sound theater mét orkest
Bij de opening van het theater waren tal van autoriteiten aanwezig en speelde het West End-orkest. Heel bijzonder is het feit dat dit nieuwe ‘soundtheater’ ook nog een eigen orkest had. Juist aan het begin van de jaren dertig moesten veel orkesten uit bioscopen verdwijnen vanwege de komst van de geluidsfilm, en dit nieuwe filmtheater koos ervoor een moderne filmschouwburg te zijn door een goed orkest te combineren met het allernieuwste op het gebied van de geluidsfilm. Het Nieuw Weekblad voor de Cinematografie schreef enthousiast dat het theater een gezellige en intieme zaal had en dat het ‘een ereplaats inneemt in de rij der Nederlandschen bioscooptempels’.
Bioscoop én schouwburg
Nóg een feit dat West End bijzonder maakt was dat de zaal naast bioscoop ook als schouwburg gebruikt kon worden. De architect had nauw samengewerkt met een akoestiek-deskundige en had op die manier een echt geluidstheater weten te bouwen, dat behalve voor geluidsfilms ook bij uitstek geschikt was voor theatervoorstellingen. Met name cabaretiers traden er graag op: Toon Hermans, Snip & Snap, Cor Ruys en Tom Manders waren graag geziene gasten.
Buurtbioscoop
Door de ligging, ver van het centrum, was West End in de eerste plaats een echte buurtbioscoop. Gelegen in het Valkenboskwartier en in de nabijheid van de Bomen, Bloemen- en Vruchtenbuurt lag het theater in een rustige, nette omgeving waar veel mensen uit de sociale middenklasse woonden. In het Valkenboskwartier woonden wat meer middenstanders, in de Bomen-, Bloemen- en Vruchtenbuurt wat meer ambtenaren en kantoorbeambten. Het theater had ook al snel na de opening in 1931 een vast publiek dat in deze wijken woonde. Ook later bleef dit vaste publiek bestaan: het waren vooral mensen die geen auto of brommer hadden om naar de binnenstad te gaan om een bioscoopje te pakken die West End regelmatig bezochten.
Netjes en burgerlijk
Het theater was vrij groot met zijn 816 zitplaatsen en de beroemde Nederlandse artiesten die er optraden gaven het theater net iets meer cachet dan een gewoon buurttheater. Oud-bezoekers omschrijven het theater als zeer 'netjes', niet altijd een positieve kwalificatie, omdat het theater ook wel als ‘burgerlijk’ werd ervaren. Maar de ingang was prachtig en had aan zowel aan de linker- als de rechterzijde een kassa. De portiers straalden gezag uit. Het publiek kleedde zich netjes aan, klaar voor een echt avondje uit.
Programmering en prijzen
Wat betreft de prijzen was het theater het goedkoopste van de drie grote Haagse navertoningstheaters en had het vertoningsrecht van de tweede week. In 1948 trad het toe tot het Tuschinski-concern. In Den Haag was het het enige navertoningstheater van Tuschinski, zodat de films die in de Tuschinski premièretheaters vertoond werden, automatisch na verloop van tijd in West End belandden. Het West End theater was dan ook een navertoningstheater van voornamelijk bekende A-films. Er was geen sprake van een bepaald genre dat meer vertoond werd dan een ander. Net als in de premièretheaters werden actiefilms en thrillers afgewisseld met komedies en familiefilms, met dat verschil dat West End nooit de première van een film had.
In de jaren vijftig werd dagelijks een matinee om 14.15 uur gegeven en begon de avondvoorstelling om 20.15 uur. Op zaterdag waren er voorstellingen om 14.15, 18.45 en 21.15 uur. Op zondag werden vier voorstellingen gegeven waarvan twee ‘s middags en twee ‘s avonds. In 1953 en 1954 werden op zondagmorgen regelmatig culturele filmvoorstellingen gegeven. Ook vonden in die tijd soms kerkdiensten in de bioscoopzaal plaats.
Toon Hermans
Tekenend voor het feit dat West End eigenlijk een filmschouwburg was, waren de optredens van Toon Hermans met zijn ‘One man shows’. Deze shows vonden gedurende enkele weken iedere avond om 20.00 uur in het theater plaats. Toen Toon Hermans in 1958 en 1960 optrad, werden gedurende zijn ‘One man shows’ in de matinees nog wel films vertoond; in 1963 leek de ‘One man show’ de films echter uit de filmschouwburg verdreven te hebben, er werd althans geen melding van filmvertoningen in de Haagse Filmladders meer gemaakt.
Na de oorlog had het publiek rijen dik voor de deur gestaan, maar in de jaren zestig werd het steeds stiller. Op 2 oktober 1968 vond de laatste voorstelling plaats en op 3 oktober werd het theater gesloten. Vandaag de dag wordt het gebouw als supermarkt geëxploiteerd.......
Beeld: Archief Filmhuis Den Haag. Fotograaf: onbekend.
Tekst: Erik Daams en Elisa Mutsaers