De foto toont het volgepropte interieur van het Kriterionzaaltje anno 1957: naast een smal gangpad in het midden staan alle 212 stoelen recht achter elkaar. Je vermoedt meteen dat er erg weinig beenruimte was. De studenten die deze arthouse bioscoop in het Amicitia-complex aan het Westeinde sinds 3 november 1950 runden waren weliswaar zeer charmant en echte filmliefhebbers, maar de been- en nekkramp die je er bijna altijd opliep, konden ook zij niet verhelpen. Gelukkig kwam er in 1953 een weldoordachte oplossing voor de koppige problemen. De brainwave leidde zelfs tot een artikel in een van de drie Haagse kranten, het Binnenhof, dat op 1 april met de kop "Oplossing ruimtekort" verscheen.
Geïnspireerd door de bevestiging waarmee parachutisten aan hun valscherm vastzitten, hadden de medewerkers van Kriterion een samenstel van broek, gordel en draagsingels ontworpen dat op simpele wijze aangegespt kon worden. Langs de wanden van de zaal hadden de inventieve studenten een doorlopende stalen rail bevestigd. Vanaf een opstapje konden de gasten gemakkelijk hun ‘singelbroek’ aan een haakwiel van de rail bevestigen en zich vervolgens in de ruimte laten zweven.
Natuurlijk begrepen de bedenkers van dit ingenieuze systeem dat het publiek zijn twijfels zou hebben over deze oplossing. Om elke twijfel weg te nemen werden belangstellenden uitgenodigd om de volgende morgen vanaf 10:00 uur te komen proefhangen. De tuigjes waren bij de kassa verkrijgbaar. Terloops werd nog vermeld dat ook vanuit het buitenland belangstelling voor het systeem was. Inderdaad kwam een groepje nieuwsgierigen opdagen, juist omdat ze niet op de datum van het krantenartikel hadden gelet.
Een studentenimperium
Amsterdam kende al sinds 1945 een Kriterion. Amef N.V exploiteerde geen gewone bioscoop, want directeur Piet Meerburg hanteerde een opmerkelijke bedrijfsfilosofie: hij wilde het personeel dat volledig uit studenten bestond een mogelijkheid bieden om zelf hun leef- en studiegeld te verdienen. Een algemene studiefinanciering of desnoods een voor iedere ‘minvermogende’ toegankelijk beursstelsel bestonden immers nog niet. Meerburg was tijdens de Tweede Wereldoorlog betrokken geweest bij het studentenverzet; later zou hij uitgroeien tot een ware ‘filmtycoon’.
Kriterion is het Griekse woord voor toetssteen. De initiatiefnemer had dan ook een programma voor ogen dat steeds de toets der kritiek zou kunnen doorstaan. In Amsterdam bleek de uitwerking van Meerburgs concept een groot succes.
Overigens moesten de studenten aantonen het geld nodig te hebben en bovendien hun studie echt serieus te nemen om in Kriterion te mogen werken. De betaling geschiedde per uur en naarmate de zaal beter gevuld was, werd de vergoeding hoger. De toelage was afgestemd op de kosten van levensonderhoud, in 1960 zo’n 250 gulden per maand. Erg aardig was dat meelevende klanten geld konden storten in het Studiefonds. Zaalfooien werden gebruikt voor het kopen van cadeaus bij verjaardagen of Sinterklaas.
Aangezien in Leiden en Delft vele studenten woonden (in 1950 zo'n 2.500), er in deze regio voldoende belangstelling voor goede films moest zijn en tenslotte zich de mogelijkheid voordeed om het Amicitia-theatertje over te nemen, lag het voor de hand om in Den Haag een tweede Kriterion te vestigen. Hiernaast werd ook de Kriterion Oppascentrale opgericht, gevestigd aan het Noordeinde 47-49. Deze instelling stond qua financiën en bestuur los van de bioscoop. De filosofie erachter was wel identiek: studenten hun eigen onderhoud laten verdienen. Toentertijd kwamen per dag ongeveer tien verzoeken binnen voor hulp bij de vaatwas, auto’s wegbrengen, parket schoonmaken en natuurlijk oppassen.
Toetssteen voor de goede film
In zekere zin belandde Kriterion in een gespreid bedje. In het Amicitia-gebouw, het voormalige Weeshuis, bleven de 21 zalen en zaaltjes op de bovenste verdieping en de begane grond gewoon beschikbaar voor verhuur, maar er was vanaf 1927 ook een gelijknamige bioscoop gevestigd. Amicitia was lange tijd een rommelig en enigszins verwaarloosd filmtheater geweest. Bij de sluiting in 1950 telde het 182 zitplaatsen. Overigens huisde er vóór Amicitia nog een ander bioscoop in de vroegere jongensvleugel van het Weeshuis: Veritas, geopend in 1923, gesloten in 1927.
Toen Kriterion er in 1950 zijn deuren opende, kreeg het zaaltje niet alleen een nieuwe naam, maar ook een compleet nieuwe inrichting. Deze face lift heette artistiek verantwoord te zijn door de indirecte verlichting op de strokartonnen wandplaten en de smaakvolle lichte tinten waarin de kleur groen overheerste. Tezamen met de oplopende vloer en de 212 Fibrocit-stoelen maakte dit Kriterion tot een intiem zaaltje.
Op de dag van de opening werd Branquignol vertoond, een verfilming door Robert Dhéry van een revue die door Parijse studenten in 1949 was georganiseerd om met de opbrengsten studiegenoten te steunen. Het was een film “vol onweerstaanbare kolder, meesterlijke dwaasheden en burleske gooi-en smijtscènes”.
Kriterion had al snel een kring van vaste bezoekers die een goede film wisten te waarderen. Het eenjarig bestaan werd op sobere wijze gevierd. Bij het eerste lustrum, op 11 november 1955, werd grootser uitgepakt; vele bezoekers namen zelfs een cadeautje mee. De sfeer in het bioscoopje was gezellig, niet in de laatste plaats door de studentikoze medewerkers. In tegenstelling tot andere bioscopen droeg het personeel geen speciale uniformen, maar donkerblauwe blazers. De talloze technische storingen werden op de koop toe genomen. Even charmant was de vaste ‘pauze-act’: bij gebrek aan een echte foyer deed een student de ronde, met aan zijn of haar arm een mand met versnaperingen. Net als op een verjaarspartijtje klonk op vrolijke toon, “Wie wil er een ijsje?”
Phffft bij La maman et la putain
In 1956 had Kriterion een recordprolongatie: Phffft, een brutale sexklucht met onder ander Kim Novak, Jack Lemmon en Judy Holliday, draaide voor de zeventiende week. De directie van Columbia Int. Films N.V. stuurde een ‘hazelnoottaart-als-een-wagenwiel’ met het opschrift: “De film is phffft, de taart is hmmm…”. De taart was bedoeld voor het personeel, maar één stukje werd achtergehouden voor de 49.000ste bezoeker, die in de tweede avondvoorstelling werd verwacht. In totaal werd de film 26 weken lang in het theater vertoond; op 2 april 1959 was hij opnieuw, maar nu eenmalig, te zien.
Ondanks het feit dat het filmhuiscircuit eind jaren ‘60 en begin ‘70 een bloeitijd beleefde, heeft Kriterion per 1 april 1976 haar deuren moeten sluiten. Het was vaak zweten in het zaaltje. Bij een uitverkochte voorstelling van La maman et la putain, een ruim drieëeneenhalf uur durende cultklassieker van Jean Eustache uit 1973, was het zo warm geworden dat het publiek het einde slechts haalde in diverse stadia van ontkleding.
Geen goede films meer aan het Westeinde
Er was nog even sprake van dat men Cinematheek Haags Filmhuis (in oprichting) zou inpassen in het voormalige Kriterion, maar het pand bleek te brandgevaarlijk. Het Katholieke Verenigingsgebouw, waarin sinds 1934 een toneelzaal zat en sinds de verbouwing van 1954 ook een schouwburgzaal, ging geleidelijk de sporen van het intensieve gebruik vertonen. Amicitia raakte in verval, en het gehalte van het aangeboden toneelamusement liep sterk terug. Het dieptepunt kwam aan het einde van de jaren ‘80, toen Amicitia werd opgeheven. Delen van het pand werden vervolgens gesloopt of gerenoveerd, in afwachting van een bestemmingsbesluit dat steeds weer werd uitgesteld.
Het Filmhuis heeft zich in 1981 in een monumentaal pand aan de Denneweg gevestigd; twaalf jaar verhuisde het naar een nieuwbouwcomplex aan het Spui.
Beeld: Archief Filmhuis Den Haag. Fotograaf: Piet van der Ham
Tekst: Erik Daams en Elisa Mutsaers